Stoppen of blijven gaan?
- Yannice De Bruyn

- 5 dagen geleden
- 3 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 2 dagen geleden
Als je er echt niet uitkomt, maak dan een lijstje met voor en tegen. Deze levenswijsheid heeft onze mama er duidelijk goed ingepeperd, want toen ik mijn zus vertelde over mijn twijfels vroeg ze meteen: waarom zou je stoppen, en waarom zou je doordoen? Het gaat over borstvoeding. Dat deed ik steeds met het grootste plezier. Maar nu de jongste even oud is als zijn zus toen zij ermee stopte, vraag ik me steeds vaker af of het tijd is.
Het is een potje, dat op het vuur staat te pruttelen. En het zal wel niet heel lang meer duren voor het een keer overkookt en de balans doorslaat. Tot dan handel ik naar mijn eigen richtlijn: bij twijfel, wacht af. Bij sommige beslissingen zijn de kolommen voor en tegen aan elkaar gewaagd, en is het ook een kwestie van tijd.
Want waarom zou je een winnende formule veranderen? De borst is de beste troost en prima slaapmutsje voor ons allebei, zoals ik eerder schreef. Ik geef er nog steeds antistoffen, probiotica en vitaminen mee door, en calorieën. Bovendien is het een fijn knuffelmoment.
Sinds een paar maanden staan er wel wat restricties op. Hij vraagt er overdag nog wel naar als hij moe is, maar "boebie" doen we enkel nog in bed. Ik heb er gewoon geen zin meer in om te pas en te onpas mijn borst boven te halen, dus dat is nog slechts per hoogste uitzondering. Voor het slapengaan, ’s nachts en soms bij het ontwaken is meer dan genoeg.
Al zou dat ’s nachts heus wat minder mogen zijn. Mijn zoontje wordt nog steeds zo’n drie keer per nacht wakker, en voor een kleutertje vind ik dat best veel. Het is zelfs zo dat zijn vader weer verhuisd is uit het grote bed, en de kinderkamer leeg staat nu beide kinderen bij mij bivakkeren.
Als we naar de lijst met ‘tegen’ gaan, staat dat met stip op nummer een. Misschien is zijn bioritme wel afgesteld op al die melk? Verwacht zijn maagje dat er wat binnenkomt en wordt hij daarom wakker. Op die manier geraakt hij ’s nachts ook niet zindelijk. Maar wat als hij gewoon een slechte slaper blijkt en er geen borst meer is om dat op te vangen? Er is niet altijd een weg terug.
En dan ben ik er ook nog. Met m’n brain fog, m’n droge huid en lage libido. Zal dat beteren als het klaar is met die hormonen? Dat zal toch ook van de slaap afhangen. En over hormonen gesproken, ik ga best goed op die dagelijkse dosis oxytocine. Als dat wegvalt … Ik ben een beetje bang voor een emotionele rollercoaster terwijl mijn lichaam zoekt naar een nieuw evenwicht.
Er komt een punt waarop niets van dat alles me nog tegenhoudt. Waarop het genoeg is geweest en onze borstvoedingsreis ten einde komt. En ik eindelijk eens nieuwe beha’s kan kopen.
Wat de kleine daarvan zal vinden is een ander verhaal, en ik zet me al een beetje schrap voor de onvermijdelijke traantjes. In het bijzonder in deze tijd van grote veranderingen. Ach ging het maar zo makkelijk als bij zijn grote zus. Toch blijft het aan het einde van de dag mijn keuze. Mijn lijf, mijn keuze.
Maar voor ik die keuze kan maken zit er nog een laatste argument in de weg, en dat is dat hij aan de borst nog een beetje mijn baby is. Ook al is hij nu een kleuter, en ook al kan hij elke dag meer ‘zellef’. Aan de borst is hij nog even klein, en voel ik nog even de vanzelfsprekendheid van onze moeder-baby band.
Ja, ik zou het wat fijn vinden als hij me eindelijk wat minder nodig had. En tegelijk houd ik me eraan vast. Het is koudwatervrees, ik weet het. En een van de dagen waag ik de sprong. Dan happen we naar adem, want het is even wennen, maar wie weet hoe heerlijk voelt het dan.
(Omslagafbeelding: M.C. Escher, Baby, 1917)



Opmerkingen