Thuisonderwijs. Is het iets voor ons gezin en zo ja, hoe begin je eraan? Dat is de vraag die me de laatste paar weken bezighoudt. Het is een beetje als het konijnenhol van Alice: je kan er steeds dieper in doordringen tot je in een wonderlijk onbekende wereld uitkomt. Wat ik vind ziet er bepaald niet slecht uit, ook al had ik thuisonderwijs nooit eerder echt overwogen. In dit blog neem ik je mee op de weegschaal in mijn brein, die slingert tussen de voors en tegens van deze in ons land nog weinig beoefende onderwijsvorm.
Eerst wat context: mijn kindje gaat nu iets meer dan een jaar naar school en vindt het daar de meeste dagen helemaal oké. Haar lieve, ervaren juf is haar ankerpunt, de turnleerkracht haar idool. Van wat ik meekrijg doen ze veel leuke activiteiten, zowel met de klas als met de hele school. Denk aan kleuterpoppenkast, de aankomst van de Sint (met roetpieten), schoolbrede thematische projecten enz. Ik werkte er zelf even in een ondersteunende rol en kan het beamen: deze school is een warm nest met geëngageerde leerkrachten en een hecht gemeenschapsgevoel.
Er zijn ook minpunten, hoewel die meer te maken hebben met het algemene schoolsysteem. Voorlopig voelen we dat vooral aan het hoge aantal leerlingen per klas. Onze lieve juf staat, met occasionele hulp van de zorgjuf, in voor 25 kinderen. Dat is de norm in Vlaanderen, en die ligt veel te hoog. Er zijn veel dagen waarop ik om 15u een moe en overprikkeld kind mee naar huis krijg. Bijgevolg zijn er ook veel dagen waarop mijn dochter ’s ochtends niet naar school wil omdat er, in haar woorden, te veel drukke kinderen zijn en er in de klas geen rustig plekje te vinden is. Binnen zo’n groep heb je natuurlijk altijd een paar duwers en ook op een meter hoogte worden er al exclusieve klikjes gevormd. Vooral op de speelplaats, waar minder controle mogelijk is, vraag ik me af hoe veilig de schoolomgeving eigenlijk voelt voor onze kindjes.
Er zijn dagen waarop mijn dochter ’s ochtends niet naar school wil omdat er, in haar woorden, te veel drukke kinderen zijn en er in de klas geen rustig plekje te vinden is.
Dit schooljaar zijn we begonnen met wekelijkse rustdagjes. Een à twee (halve) dagen waarop ze thuis kan bekomen en haar zintuigen en emoties even wat ruimte krijgen. We bepalen op voorhand welke dagen dit zijn, ten laatste de avond tevoren. De leerplicht gaat pas in vanaf 5 jaar, dus het kan perfect. De juf is ook fan: minder overprikkelde kinderen in haar klas, win-win dus. Vanaf de derde kleuterklas is deze optie er niet meer, dus dan zullen we echt moeten kiezen ‘to thuisonderwijs or not to thuisonderwijs’.
Er zijn veel voordelen verbonden aan thuisonderwijs. Zo kan je veel meer inspelen op de interesses van je kind. Kinderen zijn al vanop zeer jonge leeftijd enorm gemotiveerd om te leren. In een thuisomgeving, een op een, kan je deze leerdrift blijven stimuleren met een geïndividualiseerd traject (waarmee je perfect tegemoet kan komen aan de Vlaamse leerplandoelen, en daar voorbij). Het is de meest efficiënte vorm van leren omdat je kind niet moet wachten op klasgenootjes of de beperkingen van het curriculum (à la ‘over het heelal leer je pas over twee jaar’), en je alle ruimte krijgt om bij uitdagend materiaal langer stil te staan. Je kan de natuurlijke eb en vloed van je kind volgen: op dagen dat hun hoofd echt niet naar leren staat doe je gewoon even iets anders, terwijl het de volgende dag misschien weer uitzonderlijk goed gaat. Het is bovendien makkelijker om beweging en hands-on leren te integreren.
Vandaag de dag is thuisonderwijs toegankelijker dan ooit: op het internet vind je talloze bronnen van leerkrachten en andere thuisonderwijzers. Je kan zelf een aanpak samenstellen uit verschillende pedagogische visies en er is oneindig veel inspiratie en materiaal dat je thuis kan afdrukken. Bij educatieve uitgeverijen kan je bovendien de methodes aankopen die ze in scholen ook gebruiken. Er is zelfs de mogelijkheid voor oudere kinderen om digitaal lessen mee te volgen aan de universiteit. Iemand die zich vaak verveeld heeft op school – en ik merk bij mijn dochter dezelfde academische aanleg – klinkt dit als muziek in de oren.
Vandaag de dag is thuisonderwijs toegankelijker dan ooit.
Ik zie echter ook nadelen aan thuisonderwijs. Het belangrijkste is misschien wel het sociale aspect. Veel kinderen genieten op school van de speelmomenten met hun vriendjes. Hoewel je aan de keerzijde van die medaille ook veel drama en mean kids vindt, is de school een plek waar ze zich sociaal kunnen ontwikkelen zonder dat mama of papa erop staan te kijken. Misschien geeft de school hen wel het gevoel deel uit te maken van een groter geheel. Deze sociale behoefte lossen veel thuisonderwijzers op met extracurriculaire activiteiten, van turnles tot academie. Er zijn ook genoeg buitenschoolse workshops die je kan volgen en er bestaan groepen thuisonderwijzers die regelmatig samen spelen en leren. Dit werkt misschien niet voor elk kind, maar voor velen zal het voldoende zijn.
Een ander nadeel waarover ik maar weinig lees wanneer het over thuisonderwijs gaat, is dat het niet voor alle ouders haalbaar is. Om te beginnen is het voor veel gezinnen financieel onmogelijk dat een van de ouders voltijds thuisblijft. Wanneer de kinderen iets ouder worden kan je thuisonderwijs combineren met een deeltijdse baan, maar die moet dan wel zeer flexibel zijn, en vereist vaak een hoger diploma.
Daarnaast is de job van thuisonderwijzer niet voor elke ouder weggelegd. Persoonlijk ben ik ervan overtuigd dat dit iets is wat ik kan leren en waar ik samen met mijn kind in kan groeien. Ik geniet ook van het vooruitzicht om samen vanalles te leren, en op dit moment is het een leuke uitdaging om me in deze nieuwe wereld te storten. Maar hoelang blijft het interessant voor mij? Zou ik mijn ambities niet te veel verloochenen door me zo op die van mijn kind te richten? Mijn brein heeft wel wat anders nodig dan het hare. Ik vind steeds meer vrede in de keuze om tijdens de eerste levensjaren van mijn kinderen meer thuis te zijn en mijn focus (tijdelijk) te verleggen van mijn professionele naar mijn mamarol. Maar toch mis ik het ook om me voluit te geven voor een project. Ik leef op wanneer ik zelf kan bijleren en creëren, en geniet van de diepe focus die onmogelijk is met (jonge) kinderen in de buurt. Ik stel me de vraag of thuisonderwijzer geen onderbenutting is van mijn potentieel en onderwijsniveau. En als ik heel eerlijk ben worstel ik met mijn zelfbeeld zonder de identiteit en zingeving die voor mij, zoals voor zovelen, samenhangt met een job.
De job van thuisonderwijzer niet voor elke ouder weggelegd. Voor een koppige fantast als ikzelf is het soms moeilijk om die beperkingen te aanvaarden, maar dat is wel de realiteit waarop we onze keuzes moeten afstemmen. Ook de keuze voor thuisonderwijs, of geen thuisonderwijs.
Naast alle sociale, academische, financiële en professionele overwegingen, is er nog een laatste aspect dat meetelt. En dat is wat goed voelt voor ons gezin. Wij hebben geen zorgnetwerk van familie die systematisch mee voor opvang kan zorgen na school en tijdens de vakanties. De buitenschoolse opvang volledig uitbesteden zit ook niet helemaal lekker, net omdat ons kindje snel overprikkeld is. Ook mama en papa zijn stressgevoelig. We moeten opletten met hoeveel druk we op ons gezin kunnen zetten (en er komt binnenkort al genoeg drukte bij met baby #2). Voor een koppige fantast als ikzelf is het soms moeilijk om die beperkingen te aanvaarden, maar dat is wel de realiteit waarop we onze keuzes moeten afstemmen. Ook de keuze voor thuisonderwijs, of geen thuisonderwijs.
Voorlopig maak ik echter nog geen keuze. We eten lekker van twee walletjes door te experimenteren met thuisonderwijs op rustdagjes. Mijn kindje vindt het leuk om samen met mij te ‘werken’ en is erg leergierig. Een helder dagritme doet ons goed: een voorspelbare afwisseling tussen oudergestuurde activiteiten (de quality time die ze zo hard nodig heeft), zelfstandig spel, rust, en huishoudelijke taken. We zullen zien hoe het meevalt met voorbereiden, mijn mentale gezondheid, en de baby in de mix. Ik houd jullie op de hoogte – binnen een jaartje of zo.
(Omslagfoto: Nicolas Sorrenti)
Comments