Soms voelt het alsof mijn dagen vooral bestaan uit een gevecht tegen de rommel. Ik las ooit dat chaos de natuurlijke staat is waar alles in het universum steeds naar terugkeert. Dat alle orde die wij erin proberen aanbrengen gedoemd is om uiteindelijk in verval te raken. Als dat zo is, dan is mijn kind meester van de chaos. En alle kinderen met haar, heb ik al gemerkt. Als roodkapje in het bos laten ze een spoor achter van speelgoed dat ze ergens uit een vergeten schuif hebben gevist en na lang of kort spelen achter zich laten om aan het volgende opgraafwerk te beginnen.
Soms ruimen we samen op voor we iets nieuws uithalen. Ik probeer ook steeds te beargumenteren dat als we niets opruimen, we nooit nog iets zouden terugvinden en we alleen nog maar door ons huis zouden kunnen waden door en struikelen over de rommel. Soms slaat dat argument aan, en vindt ze het zelfs grappig. Het liedje “hop, hop, hop, we ruimen alles op,” lijkt de truc soms ook te doen, al moet ik dringend eens de rest van de tekst opzoeken.
Wat een andere keer werkt is iets wat ze in de klas heeft geleerd. Dan krijgt ze een sticker als ze goed heeft opgeruimd. Meestal komt ze daar zelf mee af: als ik goed opruim, krijg ik dan een sticker? Persoonlijk houd ik niet zo van willekeurige beloningen (een sticker is geen natuurlijk effect van opruimen), maar ik ben pragmatisch genoeg: als het werkt doen we mee.
Andere keren lukt het niet om de kleuter tot opruimen aan te zetten en doe ik het maar gewoon zelf. Dan ben ik al blij dat ze opgaat in zelfstandig spel en niet voortdurend geëntertaind wil worden door mama of papa, of afwisselt tussen ons beiden. Het is fantastisch om haar helemaal in haar eigen wereld te zien opgaan. De urgentie waarmee het speelgoed dan in het rond vliegt is minstens bewonderenswaardig te noemen.
Af en toe, het is een cyclisch gegeven, sla ik in een kramp en reorganiseer ik de speelgoedkasten zodat alles mooi overzichtelijk per categorie is weggeborgen. Dat helpt bij het opruimen en eigenlijk ook bij het zelfstandig spelen. Alles is makkelijk te vinden en toegankelijk. Niet dat je daar nog wat van ziet wanneer het kriskras door elkaar over de grond is uitgestrooid, maar het is het gedacht dat telt.
Rommel. Het is bewezen dat je er stress door krijgt. Hoewel dat volgens mij vooral voor volwassenen geldt. Als kind had ik daar nooit last van. De ordelijkheid van mijn ouders heb ik pas op latere leeftijd geadopteerd. Hoewel ik het minimalisme nooit onder de knie heb gekregen en mezelf eerder zou omschrijven als maximalist, ben ik er wel een die leeft volgens de standaard: georganiseerd huis, georganiseerd brein. Daar schijnt Einstein ooit eens op gezegd te hebben: "als een rommelig bureau een teken is van een rommelige geest, waar staat een leeg bureau dan voor?” Als je die quote googlet is de eerste hit die verschijnt: “A Messy desk Is a Sign of Genius, According to Science.” Wel, in dat geval is mijn kind ongetwijfeld een genie.
Comments