Welkom kleine Idris. Tien dagen geleden plonsde jij vol leven het bad in waarin ik probeerde vooral “ooooh” te zeggen en niet “aaaah”. In respons zette je meteen je longen open voor een kleine serenade waarmee je de Apgarbingo won. 10, 10, en 10. Ding, ding, ding, mensen.
Wat een heerlijk gevoel, jou uit het water te halen als het visje dat je bent en je voor het eerst met mijn zintuigen in me op te nemen. Was jij het die tien manen onder mijn hartje zat? Het lijkt alsof ik je altijd al kende, en tegelijk begint onze ontdekkingsreis samen nu pas helemaal.
Na de limbo van de laatste dagen, nog genietend van de zwangerschap maar klaar voor de geboorte, wachtend, zijn we er aan de andere kant weer uitgekomen. In het land waar vluchtige babylachjes en melkschreeuwtjes het allerbelangrijkste zijn wat er is.
Pakke-ouders, steek je hand op als jij er ook een bent. Onze vroedvrouw leerde me deze term kennen. Eerlijk, alle baby’s zijn pakke-kindjes, als ze de kans krijgen. Na al die tijd knus in de buik hangen ze er na de geboorte maar al te graag op. En omdat wij pakke-ouders zijn vinden wij dat helemaal prima. Het liefst houd ik Idris de klok rond op mij, dat is wat goed voelt. Hoewel het soms ook wel handig is hem te kunnen delen met zijn papa en zijn zus, die hem adoreert en non stop zou willen kussen en knuffelen als ze kon (we moeten haar er af en toe aan herinneren dat broer ook nog moet kunnen ademen).
Deze periode is heerlijk. Voor ons, dit keer. Hoewel ik niet zo houd van de uitspraak roze wolk. Ja, ik ben verliefd op dit kleintje. Op zijn zachte haartjes, zijn kleine grijphandjes, zijn intense blik, zijn geluidjes bij het drinken en slapen, zijn gelaatsuitdrukkingen tijdens het dromen, zijn warme lijfje tegen het mijne, de geur van zijn huid.
Nu meer dan ooit ben ik vervuld van die primaire verwondering, dat er uit schijnbaar niets iets zo volmaakts kan ontstaan. Dat mijn lijf dit baby’tje tot volle wasdom heeft doen groeien en dat het geslaagd is in wat onmogelijk lijkt, het er ook uitduwen en lanceren op aarde.
Het is ook intens. Het ritme dat even volledig zoek is, onderbroken nachten, een herdefinitie van tijd voor jezelf, niets gedaan krijgen, het nog niet begrijpen van alle soorten huiltjes, het meevoelen met de gevoelens van grote zus en het ruimte houden voor de expressie daarvan. Hoe we (vooral mijn lief) ook proberen te compenseren met aandacht en begrip, dat haar wereld op zijn kop staat kunnen we niet wegnemen. Dat hoeft ook niet. En haar emoties mogen er zijn. Hoe vervelend soms ook het gedrag waarmee ze die uit.
Gelukkig is dit het soort intensiteit dat je snel vergeet. Ik weet dat ik deze dagen, deze weken nog zo ga missen.
Het ritueel van geboorte – integratie
Rusten, koesteren, genieten. Dat leg ik mezelf op. Het komt niet altijd vanzelf. Maar die andere to do’s kunnen later ook nog. Deze tijd komt nooit meer terug. Dit is de fase die Rachel Reed, in haar bespreking van geboorte als een overgangsrite, benoemt als integratie. Het lijkt alsof we niet veel doen. Als we aan het eind van de dag deftig hebben gegeten en een beetje hebben opgeruimd staan we al schouderklopjes uit te delen. Maar onder de oppervlakte gebeurt er natuurlijk van alles. Proberen we, alle gezinsleden op hun eigen manier, om ons nieuwe leven te rijmen met het oude. Wennen aan deze nieuwe realiteit, aan onze nieuwe rollen, is een deel van geboorte. De geboorte van een zus, van een mama 2.0 en papa 2.0.
In veel culturen wordt na de bevalling een rustperiode ingebouwd van gemiddeld 40 dagen. Voor het fysieke herstel van mama en een zacht begin van baby’s vierde trimester. Maar ook om rustig te wennen aan elkaar. In ons geval, om te groeien van een gezin van drie naar een gezin van vier.
In onze cultuur ontbreekt daarvoor over het algemeen het zorgnetwerk. Ook al houdt mijn partner het huishoudelijk fabriek hier grotendeels draaiende, zonder hulp van buitenaf is die 40 dagen platte rust toch niet haalbaar? Of ligt het ook aan mij, is het een mentaal ding van mezelf niet genoeg rust gunnen? Kan ook.
Naast alle extra’s die moeten na een geboorte – geboortekaartjes en -suiker, een afspraak bij de kinderarts, Kind en Gezin, apotheker, registratie en andere administratie – zijn er de basisbehoeften die zich opstapelen. Eten, opruimen, poetsen, zelfs iets simpels als een bad nemen wordt een opgave. Terwijl je eigenlijk gewoon in je bed wilt liggen. Mijn voorraad vriezermaaltijden heeft ons net de eerste week doorgehaald. Gelukkig is er zoiets als betaalbare kraamhulp. En gelukkig hebben we veel vrienden en familie die weten dat voor ons kraamkost het beste geschenk is. En gelukkig hebben we fantastische buren met wie we een Meal Train hebben opgezet voor alle nieuwbakken ouders in de buurt (en dat zijn er heel wat). Op die manier knutselen we toch een beetje dat dorp in elkaar.
Nostalgie
Dit is het werkelijke afscheid van mijn zwangerschap. Mijn buik lijkt zo klein, ook al zou ik gerust nog 4 maanden zwanger kunnen zijn op het eerste gezicht. Maar hij is leeg. Er zitten nu trappelende beentjes langs de buitenkant maar niet meer binnenin. Bij de gedachte dat ik mijn zwangerschapskleren kan beginnen wegbergen trekt er een steek van nostalgie door me heen. Die beruchte postpartum hormonen ook. Het momentum van zwangerschap en bevalling is ten einde. Die cocon van focus en toewijding, van belofte en potentieel. Het gevoel gezegend te zijn met mijn eigen kleine geheimpje, ook al liep mijn buik mij vooruit. Met een buikbaby om te koesteren voelde ik mezelf ook gekoesterd. De terugkeer uit het ziekenhuis was een ontnuchterende confrontatie met de onontkoombaarheid van de sleur. Nu is het vrede vinden met zwangerschap als herinnering eerder dan als vooruitzicht.
Tepelklemmen en melkcoma’s
Een woordje van mijn tepels: au. Net als vorige keer zijn we vol overtuiging voor borstvoeding gegaan. Met Maite kenden we een ruwe start. Zonder een-op-een begeleiding van de vroedvrouw – die ons aan een ziekenhuispomp hielp, tepelzalfjes toestopte, doorverwees naar de osteopaat om te helpen met het aanhappen, me de juiste technieken aanleerde en een hart onder de riem stak – hadden we het nooit gehaald. Maar de rest van de bijna drie jaar dat ik haar voedde waren het helemaal waard.
Dit keer gaat het vanaf het begin gelukkig veel beter. Idris drinkt goed, zit nu al terug aan zijn geboortegewicht, en mijn productie kan zijn soms onophoudelijke vraag makkelijk bijhouden. Hallelujah.
Maar zonder uitdagingen is het niet. Mijn borst is groter dan het hele hoofdje van de kleine man, en wanneer ik met dat gevaarte richting zijn mond ga doet hij die maar zover open dat er misschien net een knikker in past. Een kleine knikker. Dan beweegt hij ook nog eens heen en weer met zijn hoofdje, zwaait zijn handjes (waarmee hij in de baarmoeder het zuigen heeft geoefend) voor de opening, en ik, uit angst voor die kleine tepelschroef, weet nooit op het juiste moment te mikken. Ik weet technisch gezien wat te doen (ooit gehoord van de hamburgertepel?), maar meestal ontbreekt het me aan Fingerspitzengefühl om de trucjes correct toe te passen. Het geheel ziet er behoorlijk klunzig uit.
Ondanks de pijn ben ik zo blij dat mijn lijf het zijne ook buiten de buik alles kan geven wat het nodig heeft, tot aan gelukzalige melkcoma’s toe. En het is maar een kwestie van tijd voor borst en baby helemaal op elkaar afgestemd geraken en mijn ingebouwde melkmachine de makkelijkste en meest gebruiksvriendelijke uitvinding ooit wordt.
Het grootste verschil met de eerste weken van mijn eerste kindje is misschien wel de vanzelfsprekendheid waarmee alles kabbelt, en het zelfvertrouwen dat daaruit voortkomt. Onze band vanuit de buik zet zich voort, en daar heeft de bevalling, die tot aan de nageboorte volledig fysiologisch was, veel mee te maken. Maar daarover later meer.
Welkom kleine Idris. Dit is het begin van de rest van jouw leven. De eerste mijlpaal van vele. Het lijkt alsof alles wat er komen zal reeds besloten ligt in dit moment. Alle versies van jou, tot aan je oude dag. Het begin dat onlosmakelijk met het einde verbonden is. Wie zal jij blijken te zijn, wie ben je nu al? Ik vind het zo fijn om je te leren kennen. Je bent zo welkom hier, bij ons.
En toch nog tijd gevonden om deze weeral fijne blog te schrijven. Een heel dikke proficiat met de kleine Idris.