Is het ok om aan je kinderen te vertellen dat ze een piece of work zijn? In de letterlijke zin dan. Dat hen grootbrengen een investering vraagt die vergelijkbaar is met een betaalde baan, of zelfs zwaarder is? Of moeten we dat bedekken met de mantel der liefde?
Op sociale media wordt over deze vraag aardig gedebatteerd. Nu ja, misschien niet heel aardig. Het is nogal zwart-wit allemaal. Als ik een kant moest kiezen dan was ik Team Zeg Het Gewoon. Niet in de beschuldigende vorm van ‘JULLIE ZIJN ZOVEEL WERK!!’ Maar gewoon en passant, terwijl je je doorheen je dag werkt. Een uit het leven gegrepen voorbeeld: ‘Mama moet Idris nog verschonen, eten geven en in bed steken, en dan kunnen we samen spelen. Baby’s zijn veel werk he.’ De respons is zeer consequent ooggerol en een beaming dat baby’s echt héél veel werk zijn.
Ik vind het maar zo eerlijk om daar open over te zijn. Want ooit worden onze kindjes groot en krijgen ze misschien zelf kindjes. Ik wil niet dat ze zich dan afvragen waarom het bij hen voelt als werk terwijl het bij mij ogenschijnlijk over rozen liep.
Aan realistische verwachtingen is sowieso nog … werk. Niet eens zo lang geleden zei mijn dochter dat ik elke dag vakantie heb. Auch. Hoewel ik geniet van de tijd thuis is vakantie wel het laatste woord waarmee ik die zou omschrijven. Ik werk meer dan ooit. Maar kwalijk kan ik het haar niet nemen. Zij pikt natuurlijk gewoon op wat ze hoort en ziet. De heersende paradigma’s. Werk is iets wat je doet voor geld, meestal voor een baas, met collega’s en op een speciaal daarvoor bestemde werkplek. Alles wat daarbuiten valt wordt niet gezien als werk – maar als vakantie blijkbaar.
14 Uur per dag
Niets is natuurlijk minder waar. Zoals ik mijn dochter antwoordde: ik werk wél, ik krijg er alleen niet voor betaald. De was, de plas, de baby. En zijzelf natuurlijk ook. Het is meer dan een fulltimebaan. Ik heb het even uitgerekend en op dagen dat ik thuis ben met een of twee kindjes ben ik minimum 14 uur per dag (en nacht) in de weer. Dit 7 dagen per week, waarbij ik ook nog eens 24/24 on call ben. Dat is veel, zo veel dat ik het twee keer heb nageteld. Maar het komt exact overeen met de resultaten van een studie uit 2018 die optelde dat je daarmee aan 98 uur per week komt, het equivalent van 2,5 jobs.
Er bestaat een naam voor dit soort werk: reproductieve arbeid. Heerlijk toch wanneer je zo’n term leert kennen die je door een andere bril doet kijken. Het gaat heel breed om alles wat nodig is om onszelf en de volgende generaties te onderhouden. Denk aan koken, kuisen, zorgen voor zieken en ouderen, en kinderen opvoeden. Maar ook aan zwangerschap en borstvoeding.
Toen ik eens tegen mijn dochter zei dat er maar weinig dingen zijn die niets kosten lichtte na even nadenken haar gezicht op: ‘jawel mama, een baby in je buik laten groeien, dat kost toch niks.’ Is dat zo? Wat betekent dat eigenlijk, dat het niets kost? Want terwijl een zwangerschap natuurlijk wél geld kost en de aankomende baby ook, is er nog een ander soort kost te overwegen. De investering van mijn lichaam, de vermoeidheid, het fysieke ongemak en de mentale ruimte die het vraagt om me voor te bereiden op de bevalling en het ouderschap. De impact van hormonen die van mij even een heel ander mens maken, mijn lichaam dat voor altijd sporen draagt en het werk om fysiek terug in vorm te geraken, en mentaal om de bevalling te verwerken. De calorieën die nodig zijn om te borstvoeden, het slaapgebrek dat blijft aanslepen … Daar staat geen som geld tegenover. En voor alle duidelijkheid: ik doe dat met emmers vol liefde. Maar het kost me wel.
‘Als vrouwen stoppen, stopt de wereld!’
Reproductieve arbeid is het meest fundamentele werk, zonder hetwelk alle andere soorten werk onmogelijk zouden zijn. Als iedereen die zorgt zou staken stuikt alles in elkaar. Dat geluid hoorde je ook op de vrouwenstaking van 8 maart: ‘als vrouwen stoppen, stopt de wereld!’ Dat legt een gevoeligheid bloot van ons economisch systeem. Het is afhankelijk van zorgwerk dat ofwel niet betaald is of, wanneer het wordt uitbesteed, veel te weinig. In beide gevallen valt het vooral vrouwen ten deel.
De onevenredige verdeling van huishouden en zorglast in heterogezinnen motiveert veel vrouwen om na de geboorte van hun eerste kind hun betaalde aanstelling terug te schroeven naar deeltijds. Een minderheid blijft voltijds thuis. De verminderde deelname van moeders aan de arbeidsmarkt blijkt vrij universeel te zijn. Recent onderzoek verzamelde cijfers uit 134 landen, goed voor zo’n 95% van de wereldbevolking. De bijbehorende grafiekjes laten niets aan de verbeelding over. Het lijntje dat de arbeidsparticipatie van mannen voorstelt loopt na de geboorte van hun eerste kind gewoon rechtdoor. Dat van vrouwen, eerst gelijklopend met dat van mannen of zelfs ietsje erboven, neemt een duik wanneer ze moeder worden en herstelt zich nooit helemaal. Zelfs tien jaar nadien blijft de gemiddelde arbeidsparticipatie van vrouwen in bijna alle landen significant lager dan die van mannen. Dit fenomeen is wat we de ‘motherhood penalty’ noemen. Uiteraard vertaalt dit zich ook in minder carrièrekansen en minder loon. Wat het moederschap je kost.
Hoezo, je kan niet alles hebben?
Het feministische account @femalequotient deelde onlangs een filmpje op Instagram waarin Indra Nooyi, voormalig CEO van PepsiCo en een van de machtigste vrouwen ter wereld, aankaart hoe de biologische klok en de carrièreklok volledig met elkaar in strijd zijn. Het moment waarop je aan kinderen moet beginnen is ook het moment dat je aan je carrière moet werken. Tegen de tijd dat je je opwerkt tot het middenkader hebben je tieners je opnieuw nodig en weer later zijn het je ouders die zorgbehoevend worden. “We’re screwed – we cannot have it all,” aldus Nooyi.
Hiermee gaat veel potentieel verloren, en het kost vrouwen ook keuzevrijheid. Zeker in een cultuur waarin deeltijds werken niet de norm is en carrière maken een voltijdse aangelegenheid blijft. Binnen veel sectoren is het zelfs onmogelijk om een deeltijdse baan te vinden, met name in klassieke ‘mannenberoepen’.
De grafieken liegen er niet om. Veel moeders zetten een stap terug uit hun carrière om alle ballen in de lucht te houden. Wereldwijd. Je kan dan zeggen dat al die moeders een verkeerde keuze hebben gemaakt, of je kan besluiten dat er systematisch iets niet juist zit en dat verandering hoognodig is.
Overheden willen deze vrouwen graag zoveel mogelijk terug voltijds aan het betaald werk. Maar de initiatieven die daartoe worden opgezet hebben vaak niet het verhoopte succes. Zo mist de 'voltijdbonus' in Nederland haar doel, en heeft het opvoeren van de kindnorm in Vlaanderen het averechtse effect dat er niet meer maar juist minder plaatsen ontstaan in de kinderopvang. Sommige maatregelen veroorzaken zelfs meer ongelijkheid, zoals het stimuleren van de dienstenchequesector. Dienstencheques laten vrouwen uit de midden- en hogere klasse toe om voltijds te gaan werken door de zorglast uit te besteden. Maar de sector kreunt onder lage lonen en slechte arbeidsvoorwaarden.
Wie betaalt?
Wie heeft er nog zin om zich 40u per week krom te werken aan twee huizen per dag? Zij die blijven hebben vaak geen keuze maar hen hangt armoede boven het hoofd, net als fysieke en mentale klachten. Deze kwetsbare vrouwen kunnen de diensten die ze verlenen zelf niet betalen. De prijs die de overheid niet in zorg wil investeren betalen zíj, met hun gezondheid en financiële kwetsbaarheid. Dat wordt dan verkocht als emancipatie, maar inclusief is dit soort feminisme allerminst.
Wie zelf poetst en voor de kinderen zorgt krijgt er al helemaal niets voor in de plaats. Het gebrek aan betaling en voldoende tijdskrediet is sprekend binnen een kapitalisme dat enkel waardeert waar geld tegenover staat. De mantel der liefde moet veel bedekken. Als een deken waar je met te veel mensen onder wil en waaruit plots een voet tevoorschijn komt, of een stuk schouder, blootgesteld aan de kou. Doe ik dit werk met liefde? Absoluut. Ik houd zielsveel van mijn gezin. Maar ik ben niet akkoord dat deze investeringen onzichtbaar gemaakt en als vanzelfsprekend beschouwd worden. Zorgen is een kost, en als de maatschappij die niet draagt dan wordt die vaak onzichtbaar gedragen door het individu.
'Je hebt er zelf voor gekozen'
En voor wie denkt ‘het was jouw keuze om kinderen te maken dus zeur niet zo’ nog even dit. Ja, dankzij betrouwbare anticonceptie kunnen de meeste mensen tegenwoordig kiezen. Maar als je even uitzoomt is het echt geen optie dat iedereen plots kiest voor een kindvrij leven. Al die kleine belastingbetalertjes van morgen, we kunnen ze puur economisch gezien niet missen. En ze moeten nu eenmaal verzorgd en opgevoed worden. Kinderen krijgen kan je niet herleiden tot een individuele keuze. Voor ze zorgen is een verantwoordelijkheid van ons allen. Dit standpunt nam recent ook UN Women in:
'Recognizing the irreplaceable value of care is essential, as is addressing the unequal care burden that women and girls currently bear, and increasingly so amid the climate emergency. The provision of care should be a shared responsibility involving the state, markets, communities, and families.'
Ik kies ervoor om deeltijds te werken, omdat ik het evenwicht tussen betaald en onbetaald werk anders niet trek. Omdat wij dat als gezin niet trekken. Omdat ik een voltijdse aanstelling zou betalen met mijn gezondheid. Ik zit misschien wel in de demografie dat ik huishoudhulp kan betalen maar wij hebben niet het menselijk kapitaal van een hands-on netwerk rond ons, grootouders die dagelijks of wekelijks de zorg mee trekken. Occasioneel kunnen we gelukkig wel rekenen op familie, vrienden en buren, maar niet structureel. En dan is er nog de kwestie van draagkracht. Die is gewoon niet voor iedereen hetzelfde. Ik ben snel overprikkeld en gestresseerd. Als introvert laad ik op van tijd alleen (zeldzaam met kinderen) en er valt gewoon veel te verwerken als je voelsprieten de hele tijd aan staan.
Ik heb enorm veel respect voor moeders wie het wel lukt om aan die carrière te bouwen en nog meer voor de ouders die geen keuze hebben, voor wie deeltijds werken financieel geen optie is. Maar zo lang dit voor ons gezin nodig en haalbaar is ga ik mee in dat neerwaartse grafiekje hangen.
Mijn keuze voor deeltijds – eigenlijk is het onze keuze, we hebben dit samen beslist – wil zeggen dat mijn lief onevenredig veel van de gezinsuitgaven voor zijn rekening neemt. Daar vind ik niet altijd vrede mee. Maar ook ik betaal. Ik betaal met minder pensioen, minder ziekte- of werkloosheidsuitkering wanneer ik die nodig heb, en minder kans op promotie. Ik betaal met het inkomen dat ik niet heb en waarvan ik niet kan sparen of investeren. In zoverre geld vrijheid biedt betaal ik door mijn keuze ook daarmee.
30-urenweek
Een eenvoudige oplossing bestaat wellicht niet, maar als we enig belang hechten aan gelijkheid moeten we er wel naar zoeken. In een recent artikel stelt RoSa vzw, kenniscentrum voor gender en feminisme, voor om om te schakelen naar een care society waarin ‘de zorg voor mens en planeet centraal [staat], en het verlenen van die zorg een verdeelde verantwoordelijkheid [is].’ Onze huidige werkweek is niet aangepast aan tweeverdieners. Dat vond Olivier Pintelon in zijn boek De strijd om tijd (2018). Gezamenlijk werken we zelfs meer dan onze grootouders. Want hoewel de werkweek sindsdien is verkort werken nu vaak beide partners. Zijn voorstel is een arbeidsduurvermindering voor iedereen naar een 30-urenweek.
Met deeltijds als het nieuwe normaal moet hopelijk niemand meer carrièrekansen en financiële vrijheid inleveren. En zo houdt een gezin ook voldoende tijd over voor reproductieve arbeid. De enige voorwaarde is dat de zorglast gelijk verdeeld wordt onder partners. Daarvoor moeten we ook aan de slag met beperkende genderrollen. Want ik herinner me dat tijdens de lockdowns in 2020 mannen gemiddeld 4u per dag meer tijd hadden maar daarvan slechts 6 minuten meer besteedden aan huishoudelijke taken dan in 2013. Met hun vrijgekomen tijd deden ze wat anders: fietsen. Er is nog werk voor de boeg.
(Omslagafbeelding: bewerking van een foto van Tatyana Novoselova)
Comments