top of page
  • Yannice De Bruyn

Mooi, de wereld is mooi. Of toch niet?

Soms zegt mijn dochter, uit het niets, “mama, eigenlijk is de wereld toch mooi.” Daar hebben Samson en Gert/Marie vast iets mee te maken. Ze vindt het leuk dat ik vertederd antwoord: “zoeteke”. “Vind jij de wereld ook mooi?” volgt er dan. En hoewel ik het absoluut fantastisch vind om de wereld nog eens door de ogen van een kind te zien is mijn automatische reactie er een van ‘ja maar …’ Meestal zeg ik “ja, soms vind ik de wereld mooi. En soms ook niet.” We besluiten door te bevestigen dat ik hem vandaag wel mooi vind.


Is de wereld mooi? Heel vaak denk ik van niet. Dan lees ik het nieuws en dan zinkt de reddeloosheid van de wereld me in de schoenen. Elke tijd heeft zijn demonen. Die komen en gaan en op grote schaal gaat het wel de goede kant op (behalve met het klimaat dan). Maar wanneer je de krant openslaat merk je daar maar weinig van. Slecht nieuws verkoopt. Onze hersenen kunnen er niet aan weerstaan. Steeds maar weer proberen ze ons te beschermen tegen negatieve ervaringen door ons erop voor te bereiden. Elke boom die op iemands dak valt, elk huurlingenleger dat door iemands dorp trekt bevat een mogelijke les, die ons brein gretig opzuigt. Dat heet negativity bias. Slecht nieuws blijft langer hangen dan goed. Hetzelfde geldt voor ervaringen. Die ene rotopmerking die zwaarder doorweegt dan tien complimenten. Geen wonder dat het soms voelt alsof het een en al kommer en kwel is op deze aardkloot.


In realiteit is de wereld wel mooi. Tenminste, even schoon als hij lelijk is. Het is een kwestie van perspectief waarschijnlijk. Als je besluit dat de wereld mooi is dan is hij dat ook. Maar het heeft evengoed te maken met wat je consumeert. En daarmee bedoel ik wat je je brein te eten geeft. Tijdens de coronacrisis werd duidelijk dat te veel slecht nieuws niet goed is voor je mentale gezondheid. Dit is iets wat ik des te harder merk pre en post baby. Horrorverhalen die langer blijven hangen en me wakker houden. Details die ik me op masochistische wijze ga visualiseren, alsof mijn mee-lijden al die pijn valideert. Terwijl niemand erom gevraagd heeft.


Waarom open ik toch die e-mails van de krant, vraag ik me soms af? Enerzijds vind ik het mijn verantwoordelijkheid om op de hoogte te blijven van wat er gebeurt in de wereld. Om te weten dat er mensen verdrinken op zee door het wanbeleid van een organisatie die wordt gefinancierd met mijn belastingsgeld, bijvoorbeeld. En om te eisen dat daar verandering in komt. Anderzijds vraag ik me af hoeveel invloed ik daar effectief op kan uitoefenen, hoeveel petities ik ook teken, hoeveel brieven ik ook schrijf, op wie ik ook stem.


Maar ik geef mijn brein niet alleen nieuws te eten. Soms stop ik er ook wat fictie in. Tijdens mijn laatste zwangerschap ben ik begonnen aan het vierde seizoen van Stranger Things, om er ook meteen weer mee te stoppen. Te veel horror voor mij. Het voelde als een duistere invloed die ik in mijn leven binnenliet. Tijdens een zwangerschap en postpartum ben ik gevoeliger voor dit soort dingen. Op het internet lees ik dat in het bijzonder na de geboorte angstigheid kan ontstaan door veranderende hormonen, slaapgebrek, verantwoordelijkheidsgevoel en stress (bv. door een zieke baby). En het feit dat je leven even op z'n kop staat en je net een waanzinnige prestatie hebt geleverd die bevallen heet.


Die angstigheid kan de vorm aannemen van intrusies. Een plotse, indringende gedachte, bijvoorbeeld wanneer ik langs een open raam loop: ik zou mijn kind nu naar beneden kunnen gooien. Een beeld dat schokt in zijn echtheid. Ik heb de macht om dat te doen, en daar flipt mijn brein even op. Ik maak mezelf bang. Wat voor moeder denkt nu zoiets?


Zo’n intrusies plaagden me vooral bij mijn eerste baby. Die volkomen kwetsbaarheid van zo’n kleintje, de grote verantwoordelijkheid die dat met zich meebrengt, het weegt al eens. Ondertussen weet ik dat dat volkomen normaal is, en dat je je geen zorgen hoeft te maken tenzij zo’n angsten je hele doen en laten gaan bepalen (bv. wanneer je niet meer met de auto durft te rijden uit angst voor een ongeluk). Ik weet nu dat het voorbijkomen van een intrusie niet betekent dat ik mijn kind iets ga aandoen. Ik ben er ook achter dat de beste manier om ermee om te gaan is om het geen aandacht te geven. Niet een heel scenario afspelen in je hoofd. Want het voelt echt, en de impact is echt. Psychologe Anna Mathur (@annamathur) vergelijkt zo’n intrusie met een deur-aan-deurverkoper. Zeg nee dank u en doe de deur maar weer dicht.


Een recentere intrusie is het scenario waarin mijn lief verongelukt en ik met twee kinderen alleen voort moet. Niet iets wat ik zelf veroorzaak maar wat me overkomt. Mijn eigen kwetsbaarheid. Telkens hij met de auto weg is flitst het eens voorbij, maar ik probeer de deur dicht te houden. Het is een beetje als een brandoefening voor je brein, vanuit de redenering: zo zijn we voorbereid als het echt gebeurt. Alleen bereidt het je eigenlijk echt nergens op voor en vergalt het de pret van het nu. Dus fijn, brein, maar nee dank u.


Anna Mathur geeft nog een aantal tips om angsten in te perken (in het digitale Postpartum Pack van The Positive Birth Company). Ten eerste, probeer in het nu te blijven, bij wat je hoort, ziet, voelt. De klassieker is 5 dingen benoemen die je ziet, 4 die je kan aanraken, 3 die je hoort, 2 die je ruikt en 1 dat je proeft. Ten tweede, diep ademhalen, 4 tellen in en 8 tellen uit. En ten slotte wijst Mathur op de kracht van positieve visualisaties. Beeld je bijvoorbeeld in dat je kind ouder is, ‘s weekends thuis van op kot, bruisend van leven (en dus niet halverwege bezweken aan een van de vele ziektes die je je hebt voorgesteld, en gelukkig ook nooit uit het raam gegooid).


Positieve verhalen, in plaats van negatieve, kunnen je hartje ten goede komen. Op Instagram maakt @tanksgoodnews daar werk van. Happy endings, humor, een dosis escapisme hier en daar. Tijdens het laatste jaar van mijn doctoraat compenseerde ik de stress van het project en de zwaarte van het onderwerp met een overvloed aan cottagecore. De idylle van een gelukkiger en vooral simpeler leven op het platteland, in een gezellig hobbithuisje met een bloementuin, zelfgemaakte kleren, altijd iets dat staat te pruttelen op het vuur, veel tijd in de natuur enz. Dat zocht ik op in boeken, series, via enkele YouTube kanalen en vooral in Ghibli films, op repeat. Het legde een oud-roze laagje over alles. En wie weet hoe precair dat kan zijn weet wat dat waard is.


Want de wereld is ook mooi. Er is zo veel waar ik dankbaar om ben. En soms, soms is het echt oké om die kinderbril nog eens op te zetten. Om nog eens helemaal vervuld te geraken van hoe verdomde schoon alles is. Ook al maakt dat je misschien wat wereldvreemd. Je bent tenminste wel gelukkig.


(Omslagfoto: gegenereerd m.b.v. DALL·E)

Comments


bottom of page