Het werd een spoedkeizersnede. Weeral. Iemand die ik ken, een inleiding, te weinig progressie, kindje in nood. Keizersnede. De slotsom die je net iets te vaak hoort.
Er gaan bij zo’n nieuws een aantal dingen door mijn hoofd. Ocharme. Oh ja, dàt ziekenhuis. Zo spijtig. Als …
Die verdomde inleidingen ook. Voor een heel aantal scenario’s zijn ze protocol. Vaak wordt het je niet eens gevraagd maar gewoon verteld dat een inleiding noodzakelijk is. En wat begint bij een inleiding leidt meestal tot een hele ketting aan ingrepen. Daar zijn cijfers voor. Het onderzoek is er. Ingrepen in het geboorteproces leiden tot meer ingrijpen. Niet zelden is een (spoed)keizersnede de uitkomst.
Terwijl je je kan afvragen hoe nodig die ingrepen zijn. Daar zit meer rek op dan je denkt. Het protocol houdt weinig rekening met individuele parameters. En vaak wordt te weinig toegelicht welke risico’s de voorgestelde ingrepen op hun beurt met zich meebrengen.
Vicieuze cirkel
Nu denk je misschien: mijn dokter heeft daarvoor gestudeerd dus die zal het wel weten. En ja, als er echt iets mis gaat ben je bij zo’n gynaecoloog aan het goede adres. Heel hun studie draait rond pathologie.
Maar ter begeleiding van een gewone fysiologische baring, waarbij het lichaam alles doet wat het moet doen, is zo’n dokter niet altijd de beste referentie. Tot op het punt dat een vlotte baring in het ziekenhuis eerder ondanks de medische omgeving gebeurt dan dankzij.
Het is een vicieuze cirkel. Dokters wantrouwen het barende lichaam, gaan het surveilleren en voortdurend porren en verstoren daarmee eigenhandig het fysiologische proces, waardoor ingrepen noodzakelijk en hun vooroordelen bevestigd worden.
In Nederland leert hoogleraar gynaecologie Bas Veersema zijn studenten zelfs dat het menselijk bekken te smal is om te baren en dat daarom een keizersnede de meest veilige geboorteoptie is. Van allerlei specialisten hoor je dat het aantal keizersnedes naar beneden moet (maag- en darmartsen, psychiaters …), toch blijft het percentage ervan wereldwijd stijgen. Van een godscomplex gesproken. En het brengt nog goed op ook.
Too much too soon
De meeste artsen bedoelen het goed. Maar zij zijn ook maar een product van hun opleiding. Die schoolt hen onvoldoende in de begeleiding van een fysiologische baring. Dit gaat zo ver dat we zelfs geen cijfers hebben van hoe lang een nageboorte duurt zonder de standaard toediening van synthetische oxytocine.
In de meeste westerse landen is geboorte sterk gemedicaliseerd. Het ziekenhuis is zowat de standaard setting, waar het proces nauw wordt opgevolgd en een hoge mate van ingrepen de norm is. In haar baanbrekende boek Reclaiming Childbirth as a Rite of Passage (2021) beschrijft Rachel Reed dit als ‘too much too soon’. En dat is misschien beter dan ‘too little too late’, zoals het geval is in veel armere landen, maar ideaal is het allerminst. Je hoort vaak: zolang je baby’tje maar gezond is, da’s het belangrijkste. En dat is ontegensprekelijk zo, maar er is daarin nog veel ruimte om ook de ervaring van de mama te verbeteren. Je bent geen broedkas op pootjes.
Baren in het ziekenhuis, dat is een steriele omgeving met felverlichte kamers, veel meetinstrumenten, allerlei geluiden, in- en uitlopende dokters, stagiairs, en verpleeg- en zorgkundig personeel. Vragen die beantwoord en formulieren die ondertekend moeten worden. Eigenlijk staat dat haaks op de ideale omstandigheden van een baring: je lijf wil het graag donker, wil met rust gelaten worden, zich veilig voelen. Een kind op de wereld zetten heeft iets dierlijks, je lichaam neemt het over maar daarvoor is het afhankelijk van de juiste omstandigheden. Wat veilig voelt is voor iedereen anders, maar vaak is dit toch een variatie op de grot uit de oertijd. In het ziekenhuis gaat het meestal minder vlot (hoewel je ook daar een fijne bevalervaring kunt hebben natuurlijk).
Geboorte-expert Britta Bushnell vergelijkt dit met het contrast tussen de Griekse tweelinggoden Artemis en Apollo. Artemis wild en ontembaar, laat zich door niemand bekijken. Apollo de god van orde en netheid, controle.
Als je het geboorteproces op die manier begrijpt is het logisch dat een thuisbevalling onder begeleiding van een zelfstandige vroedvrouw vaak vlotter verloopt en zelfs even veilig is als in het ziekenhuis. Alleen staan de vroedvrouwen onder zware druk en worden ze nog onderbetaald ook.
Gewapend met kennis
Er is veel dat je als barende moet weten. Scenario’s waar je voor je zwangerschap nog nooit over had gehoord laat staan over had nagedacht: moet je op voorbereid zijn. Niet als alles vlot verloopt, maar net wanneer er ingrepen worden voorgesteld wil je weten waar je aan toe bent. Daarmee kan je wat er op je afkomt beter begrijpen en indien nodig in vraag stellen.
Veel protocollen zijn niet gebaseerd op de laatste wetenschappelijke onderzoeken en zijn soms helemaal gedateerd, iets waar Margot van Vraag de Vroedvrouw op wijst (@vroedvrouwmargot). Bij elke ingreep die wordt voorgesteld heb je als patiënt het recht om hierover na te denken en desgewenst te weigeren.
Het BRAINS-acroniem helpt je beslissen: wat zijn de Beweegredenen om voor een ingreep te kiezen? Wat zijn de Risico’s? Zijn er Alternatieve mogelijkheden? Wat zegt je Intuïtie, heb je bijvoorbeeld meer informatie nodig? Wat gebeurt er als je Niets doet, als je afwacht? En neem tenslotte even de tijd om Stil te staan om de informatie te laten landen en te bespreken met je geboortepartner. Elke patiënt heeft recht op informed consent.
Specifiek over inleidingen schreef Rachel Reed trouwens een boekje in de Why It Matters reeks: Why Induction Matters (2018). Daarin bespreekt ze de verschillende scenario’s waarin dokters een inleiding voorstellen, wat de echte risico’s zijn (zowel voor de beweegreden als voor de inleiding zelf), op welke onderzoeken het protocol is gebaseerd en wat de laatste wetenschappelijke inzichten zijn.
Risicoaverse samenleving
Soms zetten dokters druk om mee te stappen in het protocol, ook al is dit achterhaald. Moet je een formulier ondertekenen waarmee het ziekenhuis afstand doet van zijn aansprakelijkheid. We leven nu eenmaal in een risicoaverse samenleving. Maar alles heeft een risico. Stap ik op mijn fiets, risico. Stap ik uit bad, risico. Ook ingrepen houden een risico in. Het is aan de barende om die risico’s tegen elkaar af te wegen. Uiteindelijk draag je toch zelf de verantwoordelijkheid, of tenminste de gevolgen.
Risico voor het ziekenhuis betekent ook niet per se hetzelfde als risico voor de patiënt. Een ziekenhuis houdt altijd rekening met verzekeringsrisico’s. Wat wil zeggen dat ze de kans op een postpartum depressie (die toeneemt na bv. een keizersnede) doorgaans niet meenemen in hun analyse, omdat zij daarvoor niet opdraaien.
Het is niét jouw schuld
Dus ja, bereid je voor. Zeg niet zomaar ‘ik vertrouw op mijn dokter’. Doe een cursus. Lees een boek. Ga na of je gynaecoloog en het ziekenhuis waarin die werkt overeenstemt met je geboortewensen. Stilaan zetten geïnformeerde ouders wel iets in beweging, maar we zijn er nog lang niet.
Maar, en dit is een grote, wanneer het toch misloopt en je tijdens je baring alle gevoel van controle verliest is dit niét jouw schuld. Je kunt niet van barenden verwachten dat ze als gewapend naar het ziekenhuis vertrekken. Op dit uiterst kwetsbare moment moet je echt kunnen vertrouwen op je zorgverleners. Moet de zorg zijn afgestemd op jouw persoonlijke situatie en moet je het gevoel hebben dat je zelf de touwtjes in handen hebt. De rol van dokters en vroedvrouwen is om jou in je kracht te doen staan.
Er is maar een iemand die het kind op de wereld zet en dat is de mama. Daar getuige van te mogen zijn is een eer.
(Omslagafbeelding: © Yannice De Bruyn)
Comments