top of page
  • Yannice De Bruyn

Hangend vel, striae, en een triestig naveltje

Mijn lijf voelt al bijna een jaar niet helemaal meer als het mijne. Het silhouet dat me aanstaart vanuit de spiegel, maand na maand verschillend, is zo anders dan voordien. Van de suggestie van een buikje aan het begin van de zwangerschap, een klein geheim. Naar een rond tonnetje, zelfverzekerd groeiend. Naar de gigantische buik op het einde, die zelfs onder een winterjas reacties kreeg en die een eigen leven leek te leiden. Tot finaal het postpartum buikje dat de omgekeerde beweging maakte, nu zacht en leeg, tot weer bijna plat. Enkel het hangend vel, de striae, en het triestige naveltje herinneren nog aan de zwangerschap. En natuurlijk de gigantische borsten, drie keer zo groot als voor de zwangerschap.


Deze zwangerschap was ik me veel zelfbewuster van mijn lichaam. Zeker in het begin wist ik geen blijf met dat opgeblazen gevoel, een buikje dat eerder suggereerde dat ik teveel had gegeten dan dat ik zwanger was. In de zomerkleedjes die ik droeg viel dat harder op dan in de winterkleren die ik uit de kast haalde toen Maite in mijn buik zat. Een vrouwenlijf kan zoveel mooie vormen aannemen, maar mijn brein is nog geprogrammeerd met het nineties wasbord als schoonheidsideaal. Dat buikje trok ik in.


Totdat ik dikker werd en duidelijk zwanger. Vanaf toen liet ik trots mijn handen rusten op de ronding, met daaronder steeds sterker wordende schopjes. Dit lichaam, eerst zo vreemd, was vertrouwd gaan voelen. Zozeer dat ik het miste toen het er niet meer was. Dat toen ik mijn zwangerschapskleren terug op zolder bracht, er een steek van melancholie door me heen ging. Dat duurde een week of twee. Daarna keek ik in de spiegel en vroeg me af wanneer ik terug in mijn strakke jeans zou passen.


Er is een sterk cultureel narratief dat mama’s vertelt dat ze zo snel mogelijk verder moeten met hun oude leven, en dat lijf moet terug sexy. Maar de realiteit is dat het leven met een newborn (en daarna) er fundamenteel anders uitziet dan daarvoor. Er is geen weg naar terug, schrijft Uwe Porters in Verlost. En nu? Wat die baby van je vraagt, wat het lichamelijk herstel van je vraagt, wat de integratie van een nieuw kindje in je leven van je vraagt, maakt dat je in dit seizoen van het moederschap andere prioriteiten moet stellen.


Mijn lichaam moet er niet (meteen) weer zo uitzien als voordien. En wat dan nog als er striae overblijven? Die zijn een aandenken aan de tour de force die ik heb geleverd, mijn superkracht om nieuw leven te doen ontstaan. En die cellulitis? Daar ben ik trots op. Dat is mijn voorraadje, heb ik negen maanden voor gespaard. We gaan dat nodig hebben op onze maanden- of zelfs jarenlange borstvoedingsreis. Zoals @danaemercer onlangs postte op Instagram: “I’m not bouncing back, I’m leaping forward.” Dat lijf mag er zijn, in al haar lichamelijkheid. En soms is het voor altijd veranderd, een klein beetje of juist heel veel, iets waar @mamalotje veel over deelt. Je baby zal het alvast worst wezen, die is alleen hier voor de melk en de knuffels.


Het lichaam kan rebels zijn, ervan houden in al haar eigenheid een feministisch manifest. In de Freebirth Society podcast wordt de vraag gesteld: “The body is the place where we negotiate liberation from the patriarchy: are you willing to watch your own body and follow its wisdoms?”


Ik loop rond met reuze hangborsten en ik kan het door stuwing en pijnlijke tepels en gewoon, gedoe, nog niet opbrengen om ze in een bh te hijsen. Ik voel me niet mooi zo, we hebben geleerd om dat niet mooi te vinden. Het is lichamelijkheid in your face, niet netjes in het gareel.


Maar wat is belangrijker, hoe het eruitziet of hoe het voelt. De vorm van je lichaam of wat het kan. Is er iets beters dan je neus tegen het hoofdje van je kleine aandrukken, thuiskomen in een aanraking, huid op huid. Dat is waar mijn aandacht ligt, al de rest is ruis.




Comments


bottom of page