top of page
  • Yannice De Bruyn

Als jij er niet was ...

Ik heb mezelf erop betrapt dat ik jaloers ben op mensen, voorbijrijdend, die ik zie werken in de tuin. Een hele dag lekker kunnen potteren in de aarde, alles net, geen onkruid meer, blije planten, een tuinontwerp dat er als zodanig uitziet. Weelderige oogst. In plaats van de half overwoekerde en tegelijk te lege tuin waarvoor we deze lente en zomer even geen ruimte hadden. Ternauwernood nog wat groenten in de grond. Vertel me dat je oud wordt zonder te zeggen dat je oud wordt. Ik denk weleens aan die quote van Nick in de serie New Girl: “I like getting older, I feel like I’m aging into my personality.” Jep, that’s me.


Soms is het best veel, jouw alles zijn. Jouw voedselvoorraad, warme deken, bed op pootjes, transportmiddel, entertainer, coach. Als je niet kunt slapen ben ik daar. Als je honger hebt ben ik daar. Als je het buikliggen moe wordt ben ik daar. Als je stinkt naar kots of achter je oren ben ik daar. Sussen, voeden, omrollen, baden. De klok rond, week in week uit.


Soms wil ik weer rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en weer doorgaan. Maar dat is een beetje moeilijk met een draagzak om. Vrijheid is wat ik mis. Hoewel niet meer dezelfde vrijheid als na de geboorte van mijn eerste. Ik mis niet de hele avond Netflix, of ‘s avonds op café. Het is meer focus, eens lekker kunnen doordoen, ergens mijn zinnen op zetten en dat erdoor trekken in een koppige bevlieging. Zonder onderbreking. Al is het de afwas of de kuis. Of de tuin. Rust in mijn hoofd als de boel is opgeruimd, wat het nooit is.


Maar dan bedenk ik me, als ik dat kon had ik geen baby. Want baby’s en persoonlijke vrijheid gaan niet zo goed samen. In dat scenario stond ik hier onkruid te plukken zonder jouw lach te kennen. Dan zou ik niet weten hoe jouw heldere ogen me aankijken als een fris beekje, verwonderd om alles, omdat je alles voor de eerste keer ziet. Dan zou ik je niet kunnen kussen tot je kraait op je zachte kaakjes, je kleine wipneusje. Die geluidjes die een wind van vreugde door mijn hart blazen. Dan zou ik niet jouw warme hoofdje tegen mijn wang kunnen drukken, of genieten van urenlange knuffels in de draagzak. Dan zou ik ‘s nachts niet moeten opstaan maar kon ik ook niet naar je engelengezichtje kijken, je handje nu en dan voelend of ik er nog ben.


De waarheid is: jij hebt mij misschien wel nodig, maar ik kan nog even niet zonder jou.


(Omslagafbeelding via British Library)


Comentários


bottom of page